Handboek journalistieke ethiek
Blog Huub Evers

Blog Huub Evers

In dit blog kaart Huub Evers steeds een actueel onderwerp aan met een journalistiek-ethische dimensie.

 

Het blog verschijnt elke maand tijdens het studiejaar.

Journalistieke zelfreflectie (01-09-2023)

Het is de hoogste tijd voor journalistieke zelfreflectie, betoogde NVJ-voorzitter Renske Heddema bij gelegenheid van de jaarlijkse Persvrijheidslezing in mei 2023. Het wemelt van de vragen: welke rol hebben de media gespeeld tijdens de coronacrisis? Waren ze te regeringsgezind en daardoor te volgzaam en te weinig kritisch? Is partijdige journalistiek in oorlogstijd te rechtvaardigen? Of neemt daardoor het wantrouwen in de pers alleen maar toe?

 

Journalistieke zelfreflectie staat ook centraal in het boek ‘Journalistiek in tijden van fake news. Een gewetensonderzoek van een insider’ van Luc Pauwels. Deze onderzoeksjournalist van de VRT legt zijn kritiek uiteen in vijf structurele problemen. Allereerst laten journalisten zich te veel wijsmaken. Omdat ze zelf niet deskundig zijn op een bepaald terrein, laten ze hun oren te makkelijk hangen naar wat experts (wetenschappers of politici) beweren. Wanneer een deskundige met autoriteit en stelligheid beweringen doet, bijvoorbeeld in talkshows, moet de kritische journalist niet nalaten te vragen of dat allemaal wel klopt en waar de expert zijn standpunt op baseert. En hoe hij reageert op opvattingen en standpunten van tegenstanders. Journalisten moeten proberen uit te zoeken of iets klopt en niet alleen welke de standpunten zijn van de diverse partijen. Objectiviteit houdt niet op bij het weergeven van standpunten, maar bij het uitzoeken hoe de vork in de steel zit.

 

Een tweede structurele probleem is de factor tijd. Journalisten laten zich teveel opjagen en nemen geen tijd meer om uitspraken te checken. Het nieuwsbedrijf is steeds sneller geworden, zeker bij nieuwssites en sociale media. Het adagium ‘zorgvuldigheid gaat voor snelheid’ staat nog steeds, maar is moeilijker vol te houden. Feiten van emoties onderscheiden wordt steeds lastiger. Daarbij laten journalisten zich te veel afleiden, vindt Pauwels. Dossiers worden wel uitgezocht, maar daarna wordt het onderwerp weer losgelaten, waar een follow-up een goed idee geweest zou zijn. Wil je als moderne nieuwsredactie het verschil maken, dan moet je durven te focussen.

 

Journalisten hebben onvoldoende respect voor de mensen over wie ze berichten. Omdat het allemaal zo snel moet gaan in de nieuwswereld waarin de concurrentie groot is, verliezen ze soms uit het oog, dat verhalen altijd over ménsen gaan, mensen die gekwetst kunnen worden. Die mensen noemen journalisten daarom aasgieren en sensatiezoekers die vooral op zoek zijn naar smeuïge verhalen. Journalisten maken zich dan schuldig aan schizofreen gedrag volgens Pauwels: ze beschrijven hoe collega’s binnendringen in de persoonlijke levenssfeer van mensen, maar verliezen daarbij uit het oog dat ze dat zelf ook doen.   

 

En het belangrijkste probleem voor Pauwels: journalisten laten zich te veel opnaaien. In de jacht op primeurs wordt wel eens met opzet ‘vergeten’ de bron te vermelden, zeker wanneer het om een directe concurrent gaat. Zo is het een journalistieke logica om een scoop niet met de concurrentie te delen, maar voor jezelf te houden. Ook is het niet ongebruikelijk om nieuws of primeurs van collega’s onder de mat te vegen. Zelfs het zelf maken van nepnieuws komt zo nu en dan voor.   

 

Wat kunnen de nieuwsmedia doen om deze problemen het hoofd te bieden? Allereerst journalisten de gelegenheid geven om zich meer te specialiseren en om meer verdieping in hun werk aan te brengen. In een tijd van versnelling lijkt dit eerder een voorbeeld van vertraging, maar vanuit het perspectief van mediakwaliteit valt hier winst te behalen. Daarnaast zou elke redactie meer tegenspraak moeten organiseren. Redacties moeten elkaar in de voorbereidingsfase kritisch bevragen en daarbij voortdurend advocaat van de duivel spelen: heb je de juiste bronnen? Zijn er voldoende bronnen en zijn ze betrouwbaar? Stel je de juiste vragen? En achteraf, na publicatie, een grondige evaluatie houden waarin wordt nagegaan of er voldoende werd doorgevraagd en of de geïnterviewden voldoende kritisch werden bejegend. Verder pleit Pauwels voor een betere dialoog tussen pers en publiek. Journalisten moeten beter luisteren naar hun publiek en de kritiek van nieuwsconsumenten ter harte nemen door op kritische mails te reageren. Redacties hebben vaak een klachtenlijn waarop redactiechefs missers kunnen toelichten en rechtzetten. Een andere vorm is de debriefing waarin chefs en journalisten met hun publiek bespreken wat goed en fout ging en waarom. Een nog grondiger vorm is de ombudsdienst. Een team van journalisten waakt over de correcte toepassing van de journalistieke regels. Ze reageren op klachten van het publiek en nodigen journalisten uit om toelichting te geven en verantwoording af te leggen. Over dit alles informeren ze het publiek in hun periodieke rubrieken in de krant of op radio en televisie. Ombudslieden zijn er niet zo heel veel (meer) en ombudsdiensten al helemaal niet. Hier liggen mogelijkheden voor nieuwsmedia die werk willen maken van journalistieke zelfreflectie.

 

Tip: deze website werkt wel op systemen met een smal scherm zoals een smartphone, maar je kunt hem beter gebruiken op een computer of tablet.

Hint: this website does work on a smartphone screen, but we recommend that you use a computer or tablet.